dinsdag 22 september 2015

De kleur van de plattelands Mongoolse. Indrukken van mijn wandeltrektocht in Mongolië.

Mongoolse plattelandsvrouw

De plattelands Mongoolse is eveneens net een Mongool, maar haar uiterlijk profileert zich wat tengerder dan de mannelijke plattelands Mongool. Zij draagt ook uiterlijke kenmerken van de vrouwen in de haar omingende landen, maar mist totaal de elegantie en expressie van de koele kleuren als turkoois, blauw, groen of violet.
De plattelands Mongoolse is oranje. De basis van oranje is rood. Ook zij is een kind dat leeft, werkt en sterft verbonden met moeder aarde en de elementen.
Haar basiskleur wordt door het licht getransformeerd naar oranje en geeft haar 2e chakra volop leven. Haar creativiteit is groot. Zij geeft op vele fronten nieuw leven aan mens en dier. Zij baart, zij verlost dieren van hun borelingen, zij transformeert melk naar kaas en olie en  zij voedt haar gezin met producten van haar eigen leven en groei gevende essentiële tranformaties.
Zij is een kind van de aarde die leven geeft en weet haar waarde in haar totaliteit te schatten. Zij hoeft de hemel en de aarde niet te danken want zij dankt al door haar werken en eigen Zijn.
Ook zij zwijgt, want zij wil haar heelheid en kleur behouden. Nu nog.

De kleur van de plattelands Mongool in Mongolië. Indrukken van mijn wandeltrektocht in Mongolië.





Een plattelands Mongool in Mongolië is net een Mongool. Ja, hij heeft uiterlijk iets van een Chinees. Maar de kleur van de Chinees is Permanentgroen. De taal van diens hart is versluierd. Deze knikt ja en doet nee. 
Ja, de Mongool heeft uiterlijk ook iets van de Japanner. Maar de kleur van de Japanner is Turkooisblauw. Hij spreekt, maar niet altijd de waarheid van het moment, maar die van de toekomst wellicht.
*  De Mongool heeft uiterlijk noch innerlijk iets van de Nederlander. Deze is Koblatblauw, hard en recht door zee.
*  De Mongool heeft uiterlijk evenals innerlijk, iets van een Lap. De Lap heeft de aarde verworven, evenals de Mongool, maar de kleur van de lap is Sienna, die de kleur rood in zich heeft maar versluierd is door onwetendheid.
*  De Mongool heeft uiterlijk iets van de Rus. Kort en blokkig, maar de kleur van de Rus is Indigoblauw. Hij strooit zijn dominantie rond en luistert niet.
*  De Mongool is als een kleurloze vorm in een oneindig landschap. Maar zijn innerlijke kleur is Vermiljoenrood. De kleur van leven, van het basischakra, van bloed dat fors stroomt door zijn aderen als een leven gevende rivier. De kleur ook van de dieren die zich dienend offeren en nieuw leven geven aan deze mens en zijn aarde.
De Mongool heeft niets blauws in zich. Hij spreekt niet. Hij spreekt zijn zwijgtaal. Door het zwijgen verbreekt hij het contact met het leven niet. Het is genoeg om de leven gevende cyclus te blijven voelen. Zijn dieren en zijn dienend zijn hebben geen woorden nodig.
Wel zit er een sprank geel in het Vermiljoenrood. De verbondenheid met het licht speelt in zijn leven een duidelijke rol. Zijn leven volgt het ritme van de elementen.
                Zijn zwijgen dankt de hemel en de aarde voor zijn ZIJN.

Mijn Ger in de mist. Indrukken van mijn wandeltrektocht in Mongolië

Ger is een huis of thuis in de steppe van Mongolië

MIST  Daar stond hij. Heel vaag, nog nauwelijks zichtbaar, ver weg en onberoerd. Zo rond als een ton. Op mij te wachten, trouw als gisteren. Zijn titaanwitte kleur was zacht zinkwit geworden door de doorzichtige flarden van de mist die hem en mij omringden en begeleidden. 
Het contrast met hem en de glooiende achtergrond was niet oneindig groot. De zinderende gearceerde vlakte en het contrast van gisteren was verdwenen. De zachte mist bluste alle vormen en kleuren tot een spookachtig verweg geheel. Ook mijn anders zo zonnige oranje kleding was nat en vaal geworden en niet meer dan een vage okerkleurige streep in het landschap. 

Ger nodigde niet direct uit. Hij kwam nogal gesloten over vanaf deze afstand. Was dat de mist of mijn verbeelding ? Ik kende zijn warmte, maar aarzelde toch om dichterbij te komen en verlangzaamde plots mijn ferme tred enigszins. Heb ik de sleutel ? De harde Mongoolse wind floot om mijn oren en duwde mij de kant van de Ger op. Iedere stap bracht mij dichter naar zijn, nòg onvoelbare warmte die mij onweerstaanbaar lokte en mijn hart sneller deed kloppen.

WARMTE  Mijn Ger, de rust zelve. Zijn warme omarming, zijn geborgenheid, zijn stilte, dichtbij nu.Ik stak de sleutel in het slot. Eèn stap en de ruige buitenwereld was verdwenen. Dankbaarheid overviel mij en een roze golf doorspoelde mijn hele wezen.